Een druk/vacuümtank (voor afvalstoffen) is een vaste tank, afneembare tank, tankcontainer of wissellaadtank die hoofdzakelijk wordt gebruikt voor het vervoer van gevaarlijke afvalstoffen. Deze tanks hebben bijzondere constructiekenmerken en/of uitrustingsdelen om het vullen en ledigen van de tank te vergemakkelijken.
Ze moeten voldoen aan specifieke voorschriften zoals vastgelegd in hoofdstuk 6.10 van het ADR. Dit betekent onder andere dat:
- De tanks bestand moeten zijn tegen een interne onderdruk van 100 kPa (1 bar).
- Ze moeten zijn ontworpen voor een berekeningsdruk van minimaal 400 kPa (4 bar) of 1,3 maal de druk die nodig is voor het laden of lossen.
- Ze mogen zijn uitgerust met scharnierende achterbodems, mits de voorschriften voor onderlossing dit toestaan.
- Ze moeten zijn voorzien van veiligheidsinrichtingen zoals een druk/vacuümmeter en een veiligheidsklep met een breekplaat.
Deze tanks worden vaak gebruikt voor het vervoer van afvalstoffen in de klassen 3, 4.1, 5.1, 6.1, 6.2, 8 en 9, mits het vervoer daarvan is toegestaan in vaste tanks, afneembare tanks, tankcontainers of wissellaadtanks.