Wat is een Biologische Grenswaarde (BGW) ?
Een biologische grenswaarde is de maximale hoeveelheid van een bepaalde stof of afbraakproduct die in het lichaam van een werknemer mag worden aangetroffen zonder dat er schadelijke gezondheidseffecten optreden. Deze grenswaarden worden gebruikt in de arbeidshygiëne en toxicologie om de blootstelling aan gevaarlijke stoffen te monitoren en werknemers te beschermen.
Hoe werkt het?
- De BGW wordt vastgesteld op basis van biomonitoring, waarbij bloed, urine, ademlucht of ander lichaamsmateriaal wordt geanalyseerd.
- De waarde geeft aan of een werknemer een veilige of risicovolle hoeveelheid van een bepaalde stof heeft opgenomen.
- De opname kan plaatsvinden via inademing, huidcontact of inslikken.
Voorbeelden van stoffen met een biologische grenswaarde
- Lood (Pb) → gemeten in bloed (bijvoorbeeld 70 µg/dL voor mannen volgens EU-richtlijnen).
- Kwik (Hg) → gemeten in urine of bloed.
- Benzeen → gemeten via afbraakproducten in urine.
- Organische oplosmiddelen (zoals tolueen of styreen) → gemeten in bloed of uitgeademde lucht.
Verschil tussen Biologische Grenswaarde en MAC-waarde
- Biologische Grenswaarde → meet de werkelijke opname in het lichaam via biomonitoring.
- MAC-waarde (Maximaal Aanvaarde Concentratie) → meet de concentratie van een stof in de lucht op de werkplek.
Beide waarden worden gebruikt om blootstellingsrisico’s te beoordelen, maar BGW geeft een directer beeld van de werkelijke interne belasting van de stof in het lichaam.
Waarom zijn Biologische Grenswaarden belangrijk?
- Bescherming van werknemers tegen schadelijke stoffen.
- Vroege detectie van overmatige blootstelling, voordat gezondheidsschade optreedt.
- Naleving van wetgeving en arboregels.
- Effectiviteit van beschermingsmaatregelen evalueren.