De beproevingsdruk is de druk waaraan een verpakking, tank, drukhouder of ander reservoir wordt onderworpen tijdens een test om de structurele integriteit en lekdichtheid te controleren. Deze druk wordt bepaald op basis van verschillende methoden, afhankelijk van het type verpakking of houder.
Volgens de ADR-regelgeving gelden onder andere de volgende bepalingen:
Hydraulische beproevingsdruk voor verpakkingen:
Verpakkingen van metaal, kunststof en combinatieverpakkingen moeten gedurende 5 tot 30 minuten worden onderworpen aan een beproevingsdruk, die afhankelijk is van de dampdruk van de vervoerde vloeistof. De minimale beproevingsdruk moet in elk geval 100 kPa bedragen.
Beproevingsdruk voor IBC’s (Intermediate Bulk Containers):
Metalen IBC’s bestemd voor verpakkingsgroep I moeten een druktest ondergaan van ten minste 250 kPa (2,5 bar), terwijl die voor verpakkingsgroepen II en III een minimale beproevingsdruk van 200 kPa (2 bar) moeten doorstaan.
Beproevingsdruk voor drukhouders en cilinders:
De minimaal vereiste beproevingsdruk voor gasdrukhouders bedraagt doorgaans 1 MPa (10 bar). Voor samengeperste gassen mag de bedrijfsdruk maximaal 2/3 van de beproevingsdruk zijn.
Beproevingsdruk voor transporttanks:
Transporttanks moeten aan specifieke druknormen voldoen, waarbij bijvoorbeeld een minimale beproevingsdruk van 4 bar wordt gehanteerd als aan bepaalde voorwaarden is voldaan.