Basen zijn chemische stoffen die in water hydroxide-ionen (OH⁻) kunnen afstaan of waterstofionen (H⁺) kunnen opnemen. Ze worden vaak als het tegenovergestelde van zuren beschouwd. Chemisch gezien kunnen basen op verschillende manieren worden gedefinieerd, afhankelijk van de gebruikte theorie:
Arrhenius-definitie
Volgens Svante Arrhenius (1884) is een base een stof die in water oplost en hydroxide-ionen (OH⁻) vrijmaakt. Voorbeelden:
- Natriumhydroxide (NaOH) → Na⁺ + OH⁻
- Kaliumhydroxide (KOH) → K⁺ + OH⁻
Dit is de meest eenvoudige definitie, maar beperkt zich tot waterige oplossingen.
Brønsted-Lowry-definitie
Volgens Brønsted en Lowry (1923) is een base een protonacceptor (neemt H⁺ op). Dit is een bredere definitie die niet beperkt is tot waterige oplossingen. Voorbeelden:
- Ammoniak (NH₃) → NH₃ + H⁺ → NH₄⁺
- Carbonaationen (CO₃²⁻) → CO₃²⁻ + H⁺ → HCO₃⁻
Lewis-definitie
Volgens Gilbert Lewis (1923) is een base een elektronenpaardonor. Dit betekent dat een base een vrij elektronenpaar heeft en een chemische binding kan vormen met een proton of een ander positief geladen deeltje. Voorbeelden:
- Ammoniak (NH₃) → kan een elektronenpaar doneren aan H⁺ en zo NH₄⁺ vormen.
- Hydroxide-ion (OH⁻) → heeft een vrij elektronenpaar dat aan H⁺ kan binden.
Eigenschappen van Basen
- Voelen glad of zeepachtig aan (zoals natronloog).
- Hebben een hoge pH-waarde (>7).
- Neutraliseren zuren en vormen daarbij een zout en water.
- Kunnen bepaalde kleurindicatoren veranderen, zoals:
- Rode lakmoes → blauw
- Fenolftaleïne → roze
- Methyloranje → geel
- Kunnen organisch materiaal afbreken (denk aan gootsteenontstopper met NaOH).
Voorbeelden van Basen
Naam |
Formule |
Toepassing |
Natriumhydroxide |
NaOH |
Ontstopper, zeep maken |
Kaliumhydroxide |
KOH |
Batterijen, zeep |
Ammoniak |
NH₃ |
Schoonmaakmiddelen |
Calciumhydroxide |
Ca(OH)₂ |
Cement, landbouw |
Natriumcarbonaat |
Na₂CO₃ |
Glasproductie, wasmiddelen |